Nieuws

Sporen van Jean de Labadie langs de Hollandsche IJssel?

In het Streekmuseum Krimpenerwaard kun je enkele zogenaamde labedissen tegenkomen. Dit zijn losse mouwtjes, gedragen door vrouwen en verwijzend naar de radicale 17e-eeuwse predikant Jean de Labadie, die zich in zijn tijd ontpopte tot een omstreden man. Jean de Labadie vond onder meer dat blote vrouwenarmen in de kerk moesten worden bedekt, zo luidt het verhaal. Er gaat een boeiend stukje geschiedenis achter schuil.

Krimpenaren in Ouderkerk ter kerke

De labedisjes in het Streekmuseum aan de IJsseldijk zijn, gezien de kleine maat, ooit door een jong meisje gedragen en waren geschonken door een mevrouw uit Krimpen aan de IJssel. Nu is bekend dat in vroeger tijden de Krimpenaren met name in Ouderkerk ter kerke gingen. En, zo weten we, kenmerkte het kerkelijk leven in Ouderkerk zich altijd door een rechtzinnige en piëtistische onderstroom. Nee, hiermee is niets bewezen.

Terwijl in Ouderkerk Janzonius als predikant werkte, stond Jean de Labadie in Middelburg, tot hij daar in 1669 werd afgezet. Labedissen waren en zijn dan ook vooral in de provincie Zeeland te vinden. Maar ook lange gebreide mouwen bestemd om de kou tegen te gaan, bijvoorbeeld bij het werk op het land, kregen de naam labedissen.

Conflicten

Al zou Jean de Labadie aanleiding zijn geweest voor de naamgeving, toch was de geboren Fransman veel meer dan een kuisheidsprediker. Hij streefde het herstel van de eerste christengemeente na en wilde een kerkgemeenschap van louter wedergeborenen. Het leidde tot een groot aantal conflicten met de Waalse en Nederduits Gereformeerde Kerk en de magistratuur.

Het begon allemaal zo goed. ‘Ontdekt’ door Johan Godschalk, de broer van de beroemde eerste Nederlandse studente Annemaria van Schurman, een van de meest erudiete vrouwen van haar tijd, kwam de ex-priester naar Nederland. Hier maakte hij door zijn charisma aanvankelijk veel indruk op de gereformeerde gemeenschap. Hij preekte soberheid in kleding en andere zaken van het dagelijks leven, maar vooral zijn extreme toekomstverwachting, zijn verzet tegen kerkelijke structuren en zijn wereldmijdende sectarische inslag, brachten hem in de problemen.
Er ging een golf van onbegrip door ons land toen de vermaarde Annamaria van Schurman, de protegé van Gisbertus Voetius, de rector magnificus van de Utrechtse universiteit en de hoeder van de zuivere gereformeerde leer in de republiek, haar wetenschappelijke carrière opgaf om de charismatische predikant na te volgen.

Zij volgde hem in zijn zwerftocht met zijn inmiddels gestichte communiteit naar Amsterdam, Westfalen en Denemarken, om te eindigen op het Walta-state bij het Friese Wieuwerd.
In dit kleine plaatsje liggen in de kerk enkele gemummificeerde lichamen uit die tijd waarvan er een tot de communiteit van de Labadisten zou hebben behoord. Het is een toeristische bezienswaardigheid geworden, bekend onder de naam Het wonder van Wieuwerd.

Jean de Labadie werd een nationaal issue en zijn sectarische opvatting kreeg later de naam Labadisme, zoals elke dwaling in de ogen van de mainstream kerk een ‘isme’ verkreeg. Denk bijvoorbeeld aan Hattemisme, Cartianisme en Bekkerianisme.

Kinderliedje

Bovendien was men in de vroegmoderne tijd ook niet wars van enig leedvermaak getuige het oude kinderliedje, waarvan de onderste regel duidelijk verwijst naar De Labadie.

Daar kwam ene boer uit Zwitserland,
Kadee, kadolleke, keda !
En die had een ezel aan zij hand,
Laberdie, laberda, laberdonia !
(…)

Annamaria van Schurman had dus haar veelbelovende wetenschappelijke carrière opgegeven en werd een dragend lid van de communiteit van de Franse prediker, waar in navolging van de eerste christengemeente er geen eigen bezit bestond. Dit tot groot afgrijzen van Gisbertus Voetius, bij wie ze -weliswaar achter een gordijntje- colleges had mogen volgen. Hun wegen scheidden zich voorgoed. Ze volgden beiden hun hart en overtuiging: Voetius die het gevaar van De Labadie zag voor de vaderlandse kerk en Van Schurman, die haar plaats juist zag in zijn radicale communiteit. Overigens, afgaande op de sterfbedverslagen die in die tijd zeer populair waren, zijn beiden in vrede overleden.

En nu liggen er twee labedisjes in het Streekmuseum Krimpenerwaard, die verwijzen naar deze omstreden charismatische prediker en die de vraag oproepen in hoeverre het Labadisme een issue is geweest langs de oevers van de Hollandsche IJssel.

Jan Willem Stolk
Redacteur namens het Streekmuseum Krimpenerwaard