Touwslagerij

Honderden jaren geleden werd er in de Krimpenerwaard op vele plaatsen hennep verbouwd. Dat gebeurde niet alleen voor de bloemen en de knoppen maar in het bijzonder voor de bastvezels van de hennep plant. Daar werd touw van gemaakt. Het Streekmuseum Krimpenerwaard heeft op het erf een touwslagerij.

Hennep oogst

Eind juli werd de hennep geoogst door ze met wortel en al uit de grond te trekken. De planten werden in bossen rechtop tegen een soort stelling geplaatst en gedroogd door zon en wind. Daarna werden de bossen hennepplanten in sloten onder de bagger gestopt om ze te laten rotten, ofwel ‘roten’. Dat was om de vezels van de stengel los te weken. Want juist die vezels werden gebruikt voor het maken van touw. Na het ‘roten’ moesten de bossen echter eerst weer gedroogd worden boven een vuurtje.

Ruwe bos vezels

Daarna werd de buitenste vezel van de binnenste stengel losgemaakt. Bij mannelijke hennepplanten gebeurt dit door er op te slaan met een houten werktuig (braak genoemd). Bij wat stuggere vrouwelijke hennepplanten werd de buitenste vezel van de binnenste stengel losgemaakt door ze te schillen. Een ruw bos hennepvezels bleef over.

De bossen ruwe hennepvezels werden door de hennepteler verkocht aan de eigenaars van touwbanen. Bij de touwbanen werd de hennep eerst gehekeld (gekamd). Van die gehekelde bossen hennepvezels werd in de touwbanen door de spinner het eerste dunne touwtje gesponnen. De spinner had daarbij de hennepvezels om zijn middel gebonden.

Door die dunnen touwtjes steeds per vier in elkaar te draaien (te slaan) ontstonden touwen van de gewenste dikte. Dat gebeurde met behulp van de twijnklos. Daarin zaten vier gleuven waar dunnedraden in liepen. Door die klos te draaien werden de vier draden tot één touw.

Draaien maar!

Vroeger moesten de wielen waar de spin of twijnklossen aan vast zaten met de hand worden gedraaid. Dit draaien, dat zwaar en vermoeiend was, werd vooral door kinderen en vrouwen gedaan. Totdat omstreeks 1930 de eerste elektromotoren gebruikt gingen worden kwam in de touwbanen nog veel kinderarbeid voor.

Met behulp van een haspel konden meer dan vier draden tegelijk getwijnd worden. Dankzij schragen met pinnen op de touwbaan konden de draden niet in elkaar verstrengeld raken.

Het eindresultaat waren klossen touw die in bijvoorbeeld werden gebruikt in de scheepvaart of visserij.