Het Streekmuseum Krimpenerwaard wenst u fijne feestdagen!
Dinsdag t/m zaterdag geopend van 14:00 tot 17:00
Entreeprijzen
Plan je bezoek 
Activiteiten Agenda
Steun ons

Nieuwe tentoonstelling: ONDER het GOED opent 15 februari

ONDER het GOED; ondermode van vroeger voor het hele gezin

ONDER het GOED

ONDER het GOED

Ontdek de geschiedenis in het Streekmuseum Krimpenerwaard

Het Streekmuseum Krimpenerwaard is hét centrum voor cultureel erfgoed in de streek. Als je het terrein op loopt, waan je je in een wereld van 100 jaar geleden. Over een door appelbomen omgeven pad van ijsselsteentjes, loop je via het boenhok, de wagenschuur en de hooiberg tegen de 17e-eeuwse monumentale boerderij van het type ‘hallehuis’ aan.

De monumentale boerderij

In deze boerderij bevindt zich het museum. De stal, de keuken, de pronkkamer en de kelder zijn nog precies zoals deze destijds waren. De dagelijkse objecten waarmee de ruimtes zijn gevuld brengen de geschiedenis van de Krimpenerwaard tot leven.

De Krimpenerwaard: Van Stolwijk tot Krimpen a/d Lek

Op zolder komen alle kernen uit de gemeente aan bod. Er is aandacht voor typische regionale thema’s, zoals de binnenvaart, de steenplaatsen en het touwslaan. Ook is er een oud ‘Ot en Sien’ klaslokaaltje ingericht waar je plaats kunt nemen in de schoolbanken.

Activiteiten voor jong en oud

In samenwerking met culturele instellingen in Krimpen a/d IJssel worden er het hele jaar door activiteiten georganiseerd voor jong en oud. Denk aan de Open Monumentendag, kinderworkshops in de schoolvakanties, markten en nog veel meer!

Lees hier meer over het museum.

Op de hoogte blijven van het laatste Streekmuseum nieuws? Abonneer je op de nieuwsbrief of volg ons op Facebook en Instagram.

 

Voor leven met en na kanker Streekmuseum Krimpenerwaard

Bets en Ineke maken expositie over oud ondergoed in de Krimpenerwaard

‘ONDER het GOED’

De oude prikkende kriebelende zelfgebreide borstrok. Velen zullen zich nog herinneren dat dit niet het meest favoriete kledingstuk was. Het museum Krimpenerwaard besteedt aandacht aan het ondergoed van weleer. Oud ondergoed, wat we vroeger niet wilden weten en onder onze bovenkleding verborgen, komt nu vol in de spotlights. Ineke Hulsman en Bets de Ruiter –‘we hebben alletwee wat met textiel’- stelden een tentoonstelling samen van oud ondergoed in de Krimpenerwaard, onder de titel ONDER het GOED.

De twee vrijwilligsters van het museum zijn enthousiast geraakt door het oude textiel. Bets: ’Het museum heeft door de jaren heen zo veel antiek ondergoed gekregen van de bewoners van de Krimpenerwaard. We zijn in al die dozen met ondergoed gaan neuzen en het was steeds weer een verrassing wat we tegen kwamen. Op een gegeven moment kwamen we op het idee om er een tentoonstelling van te maken.’
Ineke: ‘Het was steeds een ontdekkingstocht. We vielen steeds van de ene verbazing in de andere.’
En zo doken de dames in de wereld van het ondergoed van weleer en het gevolg was dat ze er niet snel over uitgepraat raken.
Stof genoeg dus. Ineke: ‘Als het om de vrouwen gaat dan was het kenmerk dat ze veel rokken over elkaar droegen. “Wie het breed heeft laat het breed hangen” Ze droegen lange rokken die soms het straatvuil mee in huis sleepten. We nemen nu een kijkje naar wat daaronder zat.’

Spotnamen

Vrouwen droegen van oudsher hemden en onderrokken. Aanvankelijk zonder onderbroek, of een broek zonder kruis. Het dragen van een onderbroek was tot ver in de 19de eeuw alleen weggelegd voor de welgestelden. Voor die open broek zijn heel wat spotnamen bedacht zoals open baanderdeur, open kles (rijtuig)en snelzeiker. Het was ook wel begrijpelijk want tijdens het werk op het land was er meestal geen wc voorhanden.
Ook kwam het voor dat  boerinnen in de Krimpenerwaard die met de koets naar de kerkdienst  gingen -die overigens wel twee uur kon duren-  met een lange terugweg voor de boeg, vaak hun vaste stopplaatsen hadden buiten de bebouwde kom. Het vrouwvolk hurkte achter het wiel, met gespreide rokken. Wie naar de kerk moest lopen en niet mocht fietsen had ook wel eens moeite om het eigen huussie of plee op tijd te bereiken.  Na de open broek kwam de klepbroek met kruis. Bets: ‘Ja die enorme klepbroeken. Daar zat zo veel ruimte achterin. Maar dat moest wel, want anders kun je niet bukken.’
Het mannenondergoed heeft ook zo zijn eigen verhaal. Het linnen hemd heeft lange tijd een belangrijke rol gespeeld. Voor de man was dit tevens zijn onderbroek; hij droeg de slippen tussen zijn benen door. Later kwamen de onderbroeken.

Sokophouders
De tentoonstelling besteedt aandacht aan het ondergoed van het hele gezin. Het verhaal over de onderbroek, de komst van de bh en de corsetten komen allemaal aan de orde, maar ook gebreid maandverband, jarretels en sokophouders zijn te bewonderen. Tevens willen de dames het verschil laten zien tussen zomer- en winterondergoed, luxe ondergoed en boerenondergoed. Ineke: ’En natuurlijk  de beruchte gebreide wollen borstrok, vaak  gebreid van Jaegerwol. Maar er zit ook een  gebreide onderjurk in de tentoonstelling.’
Het determineren van het ondergoed was ook een boeiende aangelegenheid. Bets: ‘Er zitten vaak knoopjes aan uit een bepaalde stijlperiode. Zo zijn er linnenknoopjes en porceleinenknoopjes. Ook werd er in een bepaalde tijd veel kant aan het ondergoed gezet.’
Hoogtepunten? Ineke: ’We kregen ooit een onderbroek van eigen gesponnen wol van een schaap, nou dat was heel bijzonder. Die zou wel eens in de oorlog gemaakt kunnen zijn, maar dat weten we niet precies. Maar door deze onderbroek kwamen we op het idee voor de tentoonstelling. Ook kwamen we in het bezit van een blauwe lange blauwe mannenonderbroek die aan alle kanten was versteld. Overal waren er  lappen op gezet. Dat was echt een feestje om naar te kijken. Er werd vroeger natuurlijk niets weggegooid, alles werd tot het laatst toe versteld. Nederlanders gaven vroeger het minste geld uit aan ondergoed van alle Europeanen.’

Weet je nog?
Bets: ‘Het gaat vooral om ondergoed uit de Krimpenerwaard tot de jaren 60 van de vorige eeuw, met de hand gemaakt of machinaal. Eind 19de eeuw kwam namelijk de naaimachine in beeld. We besteden aandacht aan wol, katoen, tricot en flanel.’
Ineke: ‘Hoe dan ook, er bestond een gezegde over ondergoed, dat luidde: ‘’Een in de was, een in de kast en een aan je bast.’’
Bets: ’We hebben met veel plezier de expositie samengesteld en hopen op herkenning van vroeger. Zo van: ‘’Ja, weet je nog, zo was het toen. Dat heb ik ook nog gedragen.’’ Of: “Dat droeg mijn vader vroeger ook.’’ En dat de jeugd gaat zeggen: ‘‘Dat ze dat ooit hebben gedragen!’’

Het gaat dus om de herkenning. Je bent het eigenlijk vergeten, maar als je het ziet, herken je het weer.’
De tentoonstelling duurt tot en met de zomervakantie.

Geschreven door onze vrijwilliger Jan Willem Stolk

ONDER het GOED